PTSS na een ingrijpende ervaring: 1 op de 5 jongeren

Publicatietype: Publicatie

Published on

Een kind dat zich terugtrekt. Een jongere die 'opeens' niet meer naar school wil. Gedrag dat we soms toeschrijven aan puberteit of stress, kan in werkelijkheid wijzen op een posttraumatische stressstoornis (PTSS). 

Een nieuwe, grootschalige studie van het DREAMS-consortium werpt licht op de omvang van dit probleem: 1 op de 5 jongeren ontwikkelt PTSS na een een ingrijpende ervaring. Dit vraagt om vroege herkenning en behandeling. We delen de belangrijkste bevindingen. 

PTSS komt vaker voor dan gedacht 

Het DREAMS-consortium voerde een meta-analyse uit naar trauma bij jongeren. De studie werd uitgevoerd door PhD-kandidate Ilse Visser van Levvel en Amsterdam UMC. Dit deed ze in samenwerking met het onderzoeksteam en onder begeleiding van kinder- en jeugdpsychiater prof. dr. Ramón Lindauer van Levvel, die ook bij het consortium betrokken is. 

De gegevens van meer dan 6.700 jongeren die een trauma meemaakten, uit 56 wetenschappelijk beoordeelde studies, zijn geanalyseerd. De uitkomsten in de publicatie in The British Journal of Psychiatry spreken voor zich: 

  • 20,3% (dus circa 1 op de 5) van deze jongeren ontwikkelt PTSS.
  • Bij interpersoonlijk geweld (zoals mishandeling of seksueel misbruik) ligt dat percentage nog fors hoger.
  • Meisjes lopen meer risico dan jongens.
  • De mate van klachten hangt mede af van hoe lang geleden de ingrijpende ervaring plaatsvond. 

Vergelijking met eerdere cijfers

De laatste meta-analyse over PTSS bij kinderen en jongeren dateerde uit 2014 en keek naar data uit de periode 1994–2012. Die analyse kwam tot een prevalentiecijfer van 15,9%* - dus ongeveer 1 op de 6 jongeren ontwikkelde PTSS na een ingrijpende ervaring.

In deze nieuwe meta-analyse van het DREAMS-consortium is álle wereldwijd beschikbare data van 1994 tot 2024 meegenomen. Daarmee biedt dit onderzoek de meest robuuste schatting tot nu toe. Wat deze studie extra relevant maakt voor de klinische praktijk: alle opgenomen onderzoeken maakten gebruik van diagnostische interviews in plaats van screeningslijsten. Dat vergroot de betrouwbaarheid van de uitkomsten aanzienlijk.

Wat vraagt dit van jeugdhulp? 

Deze bevindingen laten zien hoe belangrijk het is om alert te zijn op signalen, zeker bij meisjes en bij kinderen die een ingrijpende gebeurtenis in hun directe omgeving meemaakten. De cijfers bevestigen dat PTSS vaker ontstaat dan gedacht en het blijft vaak lang onder de radar. Daarom is vroege screening cruciaal.  

Ook maakt de studie duidelijk dat tijd een rol speelt: hoe langer geleden het trauma plaatsvond, hoe moeilijker het soms is om klachten te herkennen. Dit onderstreept het belang van vroegsignalering en het gebruiken van een traumasensitieve bril in diagnostiek en behandeling. Deze kennis helpt om gerichter te screenen, interventies beter af te stemmen en zo het verschil te maken voor jongeren die vaak nog onvoldoende worden gezien. 

Lees de meta-analyse voor meer inzichten 

Publicatie in The British Journal of Psychiatry  

* Bron: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/24785767/