Hoe relationeel werken écht helpt in kleinschalig verblijf

Publicatietype: Publicatie

Published on

Hoe geef je een jongere die niet meer thuis kan wonen de warmte en het vertrouwen dat zo hard nodig is? In kleinschalige woonvormen krijgen jongeren de kans om op te groeien op een plek die voelt als ‘zo thuis mogelijk’ – met vaste opvoeders die er onvoorwaardelijk voor hen zijn. De basis van de zorg? Relationeel werken: écht contact maken en beschikbaar zijn – juist als het moeilijk is. Lees hoe dit in de praktijk werkt en wat je als hulpverlener kunt doen. 

Relationeel werken in de praktijk

In een kleinschalig verblijf is er meer aandacht en tijd voor jongeren - en dus voor relationeel werken - dan in de gangbare grotere groepen in de residentiele jeugdhulp. Maar hoe geef je dat duurzaam vorm in de praktijk en met de juiste ondersteuning van groepsbegeleiders? Wat vraagt dit van de mensen die met jongeren werken, van teams, organisaties en het hele stelsel? In de position paper ‘Relationeel werken in kleinschalig verblijf’ geven professionals, waaronder Levvel-collega’s Anna Jonker en Tesja van Dijk, hier antwoord op. 

Meer dan opvang: een plek waar jongeren zich kunnen ontwikkelen 

In een kleinschalig verblijf wonen jongeren samen met een klein team vaste begeleiders. Die schaalgrootte maakt échte relaties mogelijk. Jongeren krijgen de ruimte om te wennen, vertrouwen op te bouwen en zichzelf te laten zien. En als het moeilijk is - want dat ís het soms - blijven begeleiders nabij. Relationeel werken betekent niet weggaan als het spannend wordt, maar blijven staan, naast de jongere.  

Een jongere die na jaren nog even komt logeren, of gewoon een bordje mee-eet. Dat is het effect van relationeel werken: zorg die niet stopt bij een verhuisbericht, maar doorloopt. Omdat er een relatie is. Omdat je écht iemand bent (geweest) voor die jongere. 

Zien en gezien worden 

Ben jij een hulpverlener in een kleinschalig verblijf? Dan sta je letterlijk en figuurlijk dicht bij jongeren. Relationeel werken betekent dat je het kind ziet, voorbij het gedrag. Waar in de position paper daarom veel focus op ligt: dat lukt alleen als ook jij gezien en ondersteund wordt. Door je team, je leidinggevende en je organisatie. Het is niet alleen belangrijk om de jongeren in beeld te hebben, maar ook jezelf als professional. Om relationeel werken in de praktijk te brengen, is het essentieel dat je: 

  • Authenticiteit toont: een belangrijk inzicht is dat jongeren haarfijn aanvoelen of je er echt voor ze bent. Relationeel werken vraagt dus om authenticiteit, niet om afstand.
  • Regelmatig tijd hebt voor reflectie: zorg ervoor dat je als team ruimte hebt om met elkaar te reflecteren op de zorg die je biedt. Dit versterkt de samenwerking en helpt bij het maken van verbindingen met de jongeren.
  • Ondersteuning hebt van je leidinggevende en organisatie: zorg ervoor dat er voldoende draagvlak is voor de waarde van relationeel werken, zowel binnen het team als bij leidinggevenden en in de organisatie.
  • Een veilige werkomgeving hebt: wanneer je je zelf veilig en ondersteund voelt, kun je pas écht in verbinding staan met de jongeren en hen de zorg bieden die ze nodig hebben. 

Relationeel werken als rode draad in beleid en praktijk 

De position paper deelt nog meer waardevolle inzichten en is een oproep aan iedereen in de jeugdhulp om relationeel werken niet te zien als extra taak, maar als uitgangspunt van goede zorg. Dat vraagt om meer dan alleen betrokken professionals op de werkvloer. 

Relationeel werken moet doorklinken in alle lagen van het systeem – van teams en organisaties tot aan stakeholders, overheden en beleidsmakers. Pas als deze manier van werken overal wordt gedragen, kunnen jongeren écht de ontwikkelkansen krijgen die ze verdienen. 

Meer weten? 

Aan deze position paper hebben vanuit de expertcirkel Personele randvoorwaarden voor kleinschaligheid in de jeugdhulp diverse professionals meegewerkt, waaronder Anna Jonker en Tesja van Dijk (Levvel).