'Zorg die doorgaat als jij er niet meer bent'

Publicatietype: Interview

Published on

Voor Saskia Kroon (ambulant hulpverlener bij Levvel) is het betrekken van een JIM bij de begeleiding van kinderen en jongeren van onschatbare waarde. Een JIM (Jouw Ingebrachte Mentor) is een zelfgekozen steunfiguur uit het eigen netwerk, zoals een oma, buurman of sportcoach. Die samenwerking levert enorm veel op: voor het kind, het gezin én voor Saskia zelf. ‘Met een JIM maak je je hulp effectiever, duurzamer én menselijker.'

Wat als niet de hulpverlener, maar een oma  of sportcoach het verschil maakt? Saskia Kroon (specialistisch ambulant hulpverlener bij Levvel) werkt bij voorkeur mét een JIM: een Jouw Ingebrachte Mentor, door de jongere zelf gekozen. Een vertrouwd iemand uit het eigen netwerk die meedenkt en blijft. En dat maakt de hulp niet alleen krachtiger, maar ook duurzamer. ‘Met de JIM-aanpak maak je je hulp effectiever, duurzamer én menselijker.’

Hoe was jouw eerste ervaring met de JIM-aanpak? 

 'Ik ben in 2019 al in JIM getraind. Ik werkte toen op verschillende kinderdagbehandelingsgroepen, klinisch en in de dagbehandeling. Ik merkte daar al: we kunnen veel, maar de echte duurzame verandering vindt thuis plaats, in hun eigen omgeving. En die omgeving heb je nodig. Ik had een paar begeleidingstrajecten waarbij ik merkte dat anderen meer invloed hadden dan ik, zoals een honkbaltrainer van een puberjongen. Hij had al een goede band met deze jongere. Toen hij via mij hoorde dat het op school lastig verliep, sloot hij aan bij gesprekken op school. En toen was ik eigenlijk niet meer nodig.’ 

‘Als ik eerlijk ben: ik werkte hard, kinderen deden het goed bij mij, en ik dacht: ‘dit heb ik goed gedaan, dit voelt goed’. Maar dan ging het kind naar huis en dan kwam er een terugval. Dat begon te knagen. Toen ik ging samenwerken met mensen uit het eigen netwerk en JIM ging inzetten, merkte ik dat we door die samenwerking écht iets duurzaam konden veranderen.’ 

Waarom is een JIM zo krachtig in de begeleiding? 

‘Als hulpverlener bouw je een vertrouwensband op. Maar die band kan nooit zo diep zijn als met iemand die er al jaren is. Die de geschiedenis kent, die weet wat het kind of de jongere heeft meegemaakt. En een JIM is iemand die blijft, in tegenstelling tot een hulpverlener of behandelaar. Ik hoor ook regelmatig terug van collega’s: we geven adviezen, maar ze doen er niks mee. Dan vraag ik: van wie horen ze het wél? Daar ligt de kracht van een JIM.’ 

Begrijp je dat sommige collega’s weerstand hebben of opzien tegen het betrekken van een JIM?

‘Zeker. In het begin is het ingewikkelder: je hebt meer mensen aan tafel, meer meningen, het kost tijd. Je moet je rol als professional heroverwegen. Je laat controle soms wat meer los en je wordt minder belangrijk. Dat is spannend en confronterend.’ 

Wat bedoel je precies met confronterend? 

‘Toen ik de JIM-training volgde, kreeg mijn trots wel een knauw. Want ik dacht: ik ben heel goed aan het hulpverlenen. Maar ik kreeg een spiegel voor. Ik bouwde wel een relatie op, maar een verandering op de lange termijn lukte vaak niet. Dan zei het kind ‘ja, ga ik doen’, maar in de praktijk lukte het niet. En dan merk je dat het die JIM wel lukt om dat ene doel te bereiken. Stiekem denk je dan: ík had dat doel willen bereiken. Dat stukje trots heb ik los moeten laten. Dat was een echte eye-opener voor mij.’ 

Hoe ziet het samenwerken met een JIM er in de praktijk uit? 

‘Heel verschillend. Een kind of jongere kiest zelf een JIM. Soms sluit een JIM aan bij bijna alle gesprekken. In een andere casus hadden ouders en JIM een eigen appgroep, en was mijn rol meer coachend op afstand. Een jongere zei: ‘ik noem hem geen JIM, maar hij is er wel voor mij’. Het gaat erom dat je sámenwerkt, in wat voor vorm dan ook.’ 

Kun je een voorbeeld geven van wat het oplevert? 

‘Bij Donna, een meisje dat vanwege een maagafwijking haar eerste levensjaren sondevoeding had en daarna niet goed wilde eten, dacht ik al snel: ze heeft trauma's, moeder heeft een moeilijke bevalling gehad, sondevoeding, dus we moeten met exposure aan de slag. Totdat opa, haar JIM, vertelde: bij ons thuis eet ze vaak gewoon met de pot mee. Dat stond nergens in een dossier. Maar het was cruciale informatie. Dankzij opa kon zij stap voor stap bij hem thuis oefenen met eten, en pas daarna bij moeder. Zonder die samenwerking had ik een hele andere koers gevaren. De JIM was op dat moment een ingang tot herstel. De opa en ook de rest van de familie zijn vaak bij gesprekken geweest. Daardoor werd Donna echt gedragen.’  

Wat levert het jou als hulpverlener op? 

‘In het begin kost het tijd. Maar uiteindelijk bespaart het tijd én stress. Je werkt meer in gezamenlijkheid. Problemen worden eerder opgelost, soms al voordat ze bij mij komen. En jongeren leren dat ze ook na mijn vertrek kunnen terugvallen op hun eigen netwerk. Je voorkomt dat alles om jou draait. Je creëert circulaire zorg: zorg die doorgaat als jij er niet meer bent.’ 

Wat doe je als iemand geen JIM heeft of geen JIM wil? 

‘Dan ga ik heel goed denken wat daarachter zit. Vertrouwt diegene niemand? Dan zullen we daaraan moeten werken. Ik geloof dat we eerst relaties moeten herstellen, voordat we met behandelen beginnen. Want om te kunnen veranderen, heb je verbinding met mensen nodig. Je kan eigenlijk niet om de JIM heen als je wil dat een behandeling effectief is.’ 

Is het soms lastig om je professionele blik te combineren met een JIM die geen hulpverlener is? 

‘Ja, soms schuurt het. Een JIM heeft een mening die afwijkt van de jouwe. Of brengt iets op tafel wat ingewikkeld is. Maar als je dat gesprek aangaat, kom je juist tot betere beslissingen. En belangrijk: je zet die belangrijke persoon in iemands omgeving in z’n kracht. Een JIM is geen hulpverlener, maar vaak wel iemand die veel betekent. Die rol hoeft helemaal niet geforceerd te zijn, het is vaak een hele natuurlijke positie.’ 

Wat zou je zeggen tegen collega’s die twijfelen om een JIM in te zetten? 

‘Begin gewoon met JIM en kijk wat er gebeurt. Durf te investeren. Ja, het vraagt iets van je rol, je trots, je tijd. Maar uiteindelijk maak je je hulp effectiever, duurzamer én menselijker. Je gaat niet vóór, maar mét mensen werken. En dat is precies wat er nodig is voor echte verandering.’ 

Wil je ook met JIM aan de slag? Lees meer de JIM-methodiek of volg de training binnen Levvel.  

Ga naar de pagina over JIM

Vanwege privacy is Donna een gefingeerde naam. 
Tekst: Ilse van der Mierden