In de jeugdhulp werken we met jongeren die intensieve ondersteuning nodig hebben. Tesja van Dijk, begeleider bij Levvel, deelt haar ervaring in een interview met het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) over de omslag van een besloten setting naar kleinschalig wonen in de wijk.
Werken binnen structuur en toezicht
Tesja begon haar werk op een zogenoemd drie milieus-terrein. Een besloten voorziening waar jongeren woonden, naar school gingen en hun vrije tijd doorbrachten. En dat allemaal op één plek. Jongeren konden daar niet zomaar weg, maar hadden niet altijd een officiële machtiging zoals bij gesloten jeugdzorg. De dagen waren strak georganiseerd, met vaste programma’s, piepers, gesloten deuren en veel groepsregels.
“Er werd vooral gestuurd op beheersing,” vertelt Tesja. “Dat voelde vaak onrustig en gejaagd.” Niet alleen jongeren, ook begeleiders werkten binnen een systeem waarin veiligheid voorop stond.
‘Ik dacht: dit hoort zo’
Achteraf realiseerde Tesja zich dat deze manier van werken niet goed bij haar paste.
“Ik ben zachtaardig. Ik wil juist contact houden als het moeilijk wordt. Maar ik dacht: dit is hoe het moet.”
Verandering kwam stap voor stap. Onderzoek, nieuwe inzichten en de invoering van wetten zoals de Wet zorg en dwang zorgden voor een andere kijk op veiligheid. Deuren gingen open. Afzonderingsruimten sloten. En de vraag verschoof van: hoe houden we dit beheersbaar? naar: wat heeft deze jongere nodig?
“Elke stap was spannend. We ontdekten dat wij de controle vaak harder nodig hadden dan de jongeren.”
Kleinschalig wonen: ruimte voor relatie
De grootste verandering kwam toen de groep verhuisde naar een huis in een Amsterdamse wijk. Zes jongeren wonen daar nu samen, met minder regels van bovenaf en meer vertrouwen.
“We eten samen, kijken films, maken afspraken die bij iemand passen. Een jongere noemde me laatst zijn ‘gekke pleegtante’. Dat voelde als een prachtig compliment.”
Tesja leerde vooral het belang van vertragen en verdragen.
“Niet meteen reageren, maar eerst begrijpen wat erachter zit. Dat is spannend, maar het levert vertrouwen op.”
Samenwerken en reflecteren
Ze werkt nu in een team waarin overleg en coaching vanzelfsprekend zijn. “Voorheen voelde ik me vaak alleen. Nu staan we er samen voor. Dat maakt het verschil.”
De belangrijkste les? “Goede zorg draait niet om controle of regels, maar om nabijheid. Ook als het spannend wordt.”
Benieuwd naar het hele verhaal?
Lees het hele artikel van het NJi