Met augmented reality een fictieve spin over de keukentafel laten lopen; een chatbot die een kind met dwang door een moeilijk moment helpt. Jeroen Legerstee pleit voor innovatieve digitale oplossingen om therapie voor angst, dwang en tics in het dagelijks leven te integreren. ‘Therapie moet niet stoppen bij de deur van de behandelkamer.
Op 23 mei sprak Jeroen Legerstee zijn oratie 'Verweven realiteiten' uit, in de Oude Lutherse Kerk in Amsterdam. Daarmee aanvaardde hij zijn ambt als bijzonder hoogleraar innovatieve behandelingen bij kinderen en jongeren met angst, dwang en tics aan de Universiteit van Amsterdam, deze leerstoel is ingesteld door Levvel. Jeroen Legerstee is verbonden aan het expertisecentrum Dwang, Angst en Tics.
Wat voor impact hebben angst, dwang en tics op het leven van kinderen en jongeren?
‘Een hele grote impact. Ik zie jongeren die volledig vastdraaien in hun dwang: de dwang beheerst hun hele leven. Neem bijvoorbeeld jongeren die niet zelf hun fiets uit de schuur kunnen halen, want die is vies, dus hun ouder moet dat doen. Op school durven ze niets aan te raken. Als ze thuiskomen gaat de schoolkleding in een doos, moeten ze zich wassen met liters zeep en doen ze de thuiskleding aan. De kleding van school en thuis mogen elkaar niet raken.'
'Op de bank, die ze delen met het gezin is een klein hoekje waar alleen zij kunnen zitten. Dan zijn er rituelen nodig om het bed in te komen zonder het bed vies te maken. Sommige dingen moeten weer over, want ze voelen niet goed. Het hele gezinsleven draait vaak om de dwang. Het gaat me aan het hart als ik dat zie.’
Je werkt al meer dan 25 jaar als psycholoog. Hoe ontstond bij jou het inzicht dat behandeling van kinderen met angst, dwang en tics anders moet?
‘In de loop der jaren viel me op dat een groot deel van de kinderen voortijdig afhaakt. Of het lukt niet om een ingang te krijgen, omdat ze al veel behandelingen hadden gehad en hun vertrouwen in hulpverleners, vaak zelfs in mensen in het algemeen, zijn verloren.'
'De standaardbehandeling voor angst, dwang en tics is cognitieve gedragstherapie (CGT). Dit werkt voor 50 tot 60% van de kinderen, echter blijkt 10 tot 14% terug te vallen binnen 9 maanden na de behandeling. En dat is dan onze meest effectieve, eerste keuze behandeling.’
Hoe verklaar je dat?
‘Er wordt misschien toch te veel gepraat. Bij een dwangstoornis moet je oefenen, oefenen, oefenen. De therapie is slechts een motortje om het oefenen op gang te brengen. Het oefenen moet thuis plaatsvinden. Uit onderzoek weten we: hoe meer er thuis geoefend wordt, hoe effectiever de behandeling is. Bijvoorbeeld: drie keer per dag oefenen met het weerstaan van een dwanggedachte zonder de handeling uit te voeren.'
'Maar het lukt niet altijd. Kinderen vergeten het of vermijden het. Waarom zou je dat rotgevoel gaan opzoeken? Het luistert ook heel nauw. Gaat een kind niet compenseren? Er is niemand bij, en het komt dan terecht op de ouders. En bij exposure moet je als ouder streng zijn. Je komt in een positie dat je je kind moet overtuigen, maar je wil je kind ook beschermen tegen angst. Mijn idee is dus: hoe kan je als therapeut het kind en de ouders bijstaan op de momenten dat het dwangpatroon doorbroken moet worden?’
En daar zie jij een rol voor digitale innovatie?
‘Zeker. Digitale toepassingen kunnen helpen om het oefenen toegankelijker te maken. Denk aan een chatbot die een kind door een oefening heen praat, precies op het moment dat het moeilijk is. Of een app met reminders, en beloningen als het lukt. Of VR (virtual reality), waarin je situaties kunt nabootsen waarin angst wordt opgewekt. Zo kun je oefenen in een veilige, gecontroleerde omgeving.'
'Bij selectief mutisme – waarbij een kind in bepaalde situaties niet durft te praten – kun je met VR een klaslokaal simuleren, inclusief vragen van de leraar. Hier doen we nu onderzoek naar. En met AR (augmented reality) kun je bijvoorbeeld een spin over je eigen keukentafel laten lopen. Met een app die je zelf kan downloaden bereik je wellicht ook kinderen die niet in zorg zijn of op de wachtlijst staan.’
Dat klinkt veelbelovend. Wordt dit in de praktijk al veel gebruikt?
‘Er wordt veel onderzoek naar gedaan, maar het strandt vaak, omdat er onvoldoende nagedacht wordt over gebruik in de praktijk. Behandelaren zijn vaak huiverig. Velen vinden de technologie spannend: ‘Hoe werkt zo’n bril eigenlijk? Kan ik die kapot maken?’ Daarnaast zijn er gewoon geen VR-brillen aanwezig op veel afdelingen. Het vraagt dus iets van de manier waarop we technologie ontwerpen én invoeren.’
Wat is er volgens jou nodig voor zo’n digitale transitie?
‘Behandelaren die openstaan voor nieuwe manieren van werken. Organisaties die investeren in technologie én in training. En ontwikkelaars die vanaf het begin nadenken: hoe zorg ik dat dit makkelijk inzetbaar is voor behandelaren? Daarnaast ben je als sector voor dit soort innovatie afhankelijk van subsidies, terwijl je langdurige financiering nodig hebt. Ik ben wel blij dat er binnen Levvel zoveel aandacht is voor innovatie.’
‘Uiteindelijk zullen we wel naar andere manieren van behandelen moeten gaan zoeken, want de GGZ loopt tegen haar grenzen aan. Er is een personeelstekort dat alleen maar groter wordt de komende dertig jaar. We kunnen dan niet om digitale innovatie heen.’
Wat zou jij uiteindelijk willen bereiken voor kinderen met angst, dwang en tics?
‘Mijn droom is een therapeut dichtbij. Dat kinderen en jongeren altijd toegang hebben tot een therapeut die kan helpen in een stressvolle situatie waarin ze wanhopig zijn. Via een chatbot of via andere digitale toepassingen. En dat we kinderen bereiken die we nu niet bereiken. Dat vind ik heel belangrijk.’
Oratie terugkijken of lezen
Heb je de oratie gemist of wil je deze nogmaals kijken?
Bekijk de oratie terug via livestream
Of lees de oratie terug in onderstaand document:
Foto's: Kirsten van Santen
Tekst: Ilse van der Mierden