Een kind dat keer op keer geruststelling zoekt bij zijn ouders. Een jongere die boos of driftig wordt wanneer ouders niet meewerken aan dwanghandelingen. Dit soort gedrag zien we vaak bij kinderen met een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS; oftewel een dwangstoornis). Bijna alle ouders passen zich op een bepaalde manier aan de dwang aan. Bijvoorbeeld door mee te doen aan rituelen of het helpen vermijden van triggers. Ze willen hun kind hiermee helpen en op het eerste gezicht lijkt dat ook te lukken.
Helaas leren kinderen hierdoor minder zelf om te gaan met spanning, waardoor de aanpassingen de dwang juist in stand kunnen houden of verergeren. Onderzoeker Olav van Groot Battavé, Klinisch Psycholoog bij Levvel, benadrukt hoe belangrijk het is om patronen van gezinsaanpassing en dwingend gedrag goed in kaart te brengen bij kinderen met dwang. 3 gevalideerde vragenlijsten maken dit zichtbaar en zijn hieronder te downloaden.
Gezinspatronen spelen grote rol bij dwang
Kinderen en jongeren met een dwangstoornis stellen vaak geruststellingsvragen of vermijden situaties die spanning oproepen. Ouders proberen te helpen door hieraan tegemoet te komen. Dit wordt ‘family accommodation’, oftewel gezinsaanpassing genoemd: het gezin beweegt mee met het angstige of dwangmatige gedrag. Dit zorgt voor rust, maar dit is van korte duur.
Op de lange termijn werkt het belemmerend en is vaak steeds meer gezinsaanpassing nodig. Zeker als een kind dwingend gedrag laat zien wanneer ouders níet meewerken - bijvoorbeeld door te schreeuwen of te dreigen - kan dit de balans flink verstoren. Dit maakt het voor ouders nog moeilijker om zich niet aan te passen. De patronen van gezinsaanpassing en dwingend gedrag hebben invloed op het ontstaan van klachten, de ernst én op het beloop van de behandeling.
Vragenlijsten voor de Nederlandse praktijk
Om deze patronen beter in kaart te brengen, te begrijpen én gericht te behandelen, hebben onderzoekers 3 Engelstalige meetinstrumenten gevalideerd binnen een Nederlandse populatie van kinderen met een dwangstoornis. Naast Olav van Groot Battavé werkten ook onder andere Levvel-collega’s prof. dr. Lisbeth Utens en dr. Luuk Stapersma mee aan het onderzoek.
De vragenlijsten waren eerder beschikbaar, maar zijn aangescherpt en aangepast om naast angst ook op dwang toepasbaar te zijn. De (vernieuwde) vragenlijsten zijn voor het eerst wetenschappelijk onderzocht en beschikbaar in het Nederlands:
- Family Accommodation Scale – Anxiety (FASA): een oudervragenlijst over gezinsaanpassing bij angst- of dwanggedrag
- FASA-Child Report (FASA-CR): een vragenlijst voor kinderen, over hoe zij de gezinsaanpassing van hun ouders ervaren
- Coercive Disruptive Behavior Scale for Pediatric OCD (CD-POC): een oudervragenlijst over dwingend en ontwrichtend gedrag van het kind waarmee gezinsaanpassing vaak wordt opgelegd door kinderen.
Door deze 3 vragenlijsten in de praktijk sámen te gebruiken, ontstaat een breed beeld van wat zich binnen het gezin afspeelt vanuit het perspectief van kind en ouder. De lijsten maken niet alleen losse gedragspatronen zichtbaar, maar laten ook de onderlinge dynamiek zien die van invloed kan zijn op herstel.
Waarom meten belangrijk is
De onderzoekers adviseren om deze vragenlijsten structureel op te nemen in de jeugdhulppraktijk bij angst- en dwangstoornissen. Binnen het TOPGGz expertisecentrum Dwang, Angst en Tics (DAT) van Levvel gebruiken we de vragenlijsten al sinds de start van het onderzoek in de praktijk. Want de uitkomsten bieden een waardevol aanknopingspunt om gedragspatronen samen met ouders en kinderen te bespreken, en vervolgens gericht te werken aan verandering, bijvoorbeeld met de SPACE ouderbehandeling.
Download de vragenlijsten
Meer weten?
Naast Olav van Groot Battavé werkten ook Levvel-collega’s prof. dr. Lisbeth Utens, dr. Luuk Stapersma, Chaim Huijser, Juul Veeger en Kees-Jan Kan (Universiteit van Amsterdam) mee aan het onderzoek en als mede-auteurs van de publicatie.
Lees hier de volledige publicatie ‘Validation of the Family Accommodation Scale – Anxiety (parent- and child-report) and Coercive Disruptive Behavior Scale for Pediatric OCD in Dutch pediatric OCD patients’: